Ik ervaar angst. Waar komt die angst vandaan?
Angst
- Angst om te falen.
- Angst om te mislukken.
- Angst om niet succesvol te zijn.
- Angst om niet te voldoen aan de verwachtingen van anderen.
Pijn
Ik sta stil bij mijn angst. Ik ervaar hoe het is om mijn angst te voelen. Het voelt beklemmend. Het lijkt of mijn keel wordt dichtgeknepen. Ook voel ik een drukkend, niet prettig gevoel midden onder mijn borstkas. Ik voel pijn. Dit is niet leuk. Dit is niet fijn. Ik vlucht. Ik ga iets anders doen.
Oplossing
Een paar minuten later: ik zit op een stoel aan tafel. Zonder nadenken schrijf ik op:
Ik voel/ervaar mijn angst om:
- te falen;
- te mislukken;
- niet succesvol te zijn;
- niet te voldoen aan de verwachtingen van anderen.
Aandacht
Met mijn aandacht ga ik naar de pijn. Ik merk op dat de pijn verandert. De pijn wordt zachter. De pijn trekt weg. De pijn is verdwenen.
Opgelucht
Ik haal diep adem. Er ontstaat een lach op mijn gezicht. Ik voel me opgelucht. Ik voel me vredig.