Mijn project 12 was gestart. Ik had besloten dat ik het aankomende jaar (2016-2017) elke maand iemand de vraag zou stellen wat hij of zij doet om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar leven.
Met het stellen van deze vraag inventariseer ik wat mensen hieraan zelf doen zo’n drie jaar nadat de Koning in zijn eerste troonrede in 2013 de oproep deed aan iedereen die dat kan, om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven.
Welwillend
Als een beginneling had ik moed verzameld om de vraag daadwerkelijk te stellen. Tijdens een wandeling was het moment daar. Ik stelde de vraag aan een voorbijganger. Een tot dan toe onbekend iemand. De heer, Peter[1] genaamd, reageerde welwillend. Hij wilde mijn vraag wel beantwoorden. Na elkaar een tijdje op straat te hebben gesproken, was het duidelijk dat we wat meer tijd wilden nemen voor het beantwoorden van de vraag.
Ongeluk
Tijdens ons vervolggesprek nam Peter (39) mij mee in zijn levensverhaal. Het feit dat hij met een dwarslaesie in een rolstoel zat, bleek niet door een ‘gewoon’ ongeluk te komen. Op 19- jarige leeftijd was Peter onder invloed van een medicijn uit het raam gesprongen. Hij herinnert zich de situatie als een omstandigheid waarin je weet dat je niet in die situatie wilt zijn en ook niet weet hoe je eruit moet komen. Een ervaring die, zo bleek later, vaker als bijwerking van het desbetreffende medicijn optrad.
Stress
Peter had het medicijn voorgeschreven gekregen omdat het hem zou helpen te kalmeren. Dat kalmeren was nodig toen het hem wat veel werd. Waarschijnlijk was het een combinatie was factoren, onder andere eindexamen en toelatingsexamen, die resulteerde in een situatie die stressvoller was dan Peter op dat moment zelf aankon. De emmer liep over.
Onvrij
Stressvolle omstandigheden resulteerde in de jaren die volgenden tot opnames op de PAAZ (psychiatrische afdeling). Eén van meerdere beangstigende ervaringen was voor Peter het moment waarop een medewerker van de PAAZ Peter aan zijn rolstoel terugtrok toen hij mee wilden gaan met de groep die ging wandelen. De medewerker vond dat Peter niet goed genoeg was om mee te gaan. Het effect van de actie van de medewerker was dat Peter zich zeer onvrij voelde: “de vrijheid tot zelfregie werd mij op dat moment ontnomen.” Een andere angstige ervaring had Peter toen hij merkte dat hijzelf wist dat hij het weer aankon om zelfstandig te gaan wonen en het hem niet lukte om zijn psychiater daarvan te overtuigen. Peter besloot zijn medicijnen wel netjes op te halen, maar het niet meer te nemen. Toen hij na een paar weken zijn pillen ophaalde, schoot de verpleegkundige vol. Hij realiseerde met tranen in zijn ogen wat er gebeurde. Voor hem stond een jonge man die geen pillen nodig had om vrij te zijn van vreemde gedachtes. Peter wist op dat moment dat hij het kan en is sindsdien niet meer terug gekeerd naar de PAAZ.
Reflectie
Door de jaren heen reflecteerde Peter regelmatig. Hij ontdekte patronen. Bepaalde factoren veroorzaakte stress en dan werd het hem soms te veel. Hij leerde beter plannen en die situaties die niet goed voor hem waren, zoals piekdrukte op het werk, te ontwijken. Ook de lat die hij voor zichzelf vaak hoog legde, liet hij zakken. Contact met lotgenoten leverde hem inzicht op hoe hij het wel én niet wil in zijn leven.
Trots
Het is mij duidelijk dat Peter verantwoordelijkheid neemt voor zijn leven en ook hoe hij dat doet. Hij weet wat hij wil: kwaliteit van leven. En mede dankzij zelfkennis weet hij een weg te vinden om zijn doel te realiseren. De Koning zal trots op hem zijn. Anders ik wel.
[1] Peter is een pseudoniem. Wil je graag in contact komen met de persoon wiens levensverhaal dit is? Neem contact met mij op en ik leg het voor. Het is de keus van deze persoon om hierop in te gaan of niet.